Harold Janssen won tijdens het NNKC van vorig jaar de ‘Gouden Medaille Industrie’.
“Wie is de beste keurder, dat is het doel van de wedstrijd. Het gaat dus niet om wat de beste kaas is, maar of je net zo goed als de jury keurt”, vertelt Harold met een lach. “De deelnemers worden in drie categorieën ingedeeld: industrie, handel en detailhandel. Wij vallen in de categorie ‘industrie’. Je krijgt tien kaasboortjes voor je neus. Van elk kaasboorsel vul je in wat de kaassoort is, de leeftijd en wat je van de geur en smaak vindt. Daarbij kan je kiezen uit categorieën van slecht tot uitmuntend. En als je denkt dat er iets mis is met de kaas, dan geef je aan wat er aan de hand is: bijvoorbeeld zuur, zout of bitter. Degene die volgens de jury de beste antwoorden heeft gegeven, die wint! Een week later worden op een feestelijke avond de prijzen uitgereikt.”
Vind je jezelf een fijnproever?
“Ik vind heel veel dingen lekker. Als het gaat om kaas, dan vooral een stukje oude kaas met kristalletjes erin. Daar kan ik écht van genieten! En ik heb de neiging om eerst aan een product te ruiken. Want proeven is vooral ook ruiken. Dat is een wezenlij k onderdeel van de smaak.” Harold is coördinator buitendienst zuivel bij het COKZ. “Ik werk vanuit kantoor, maar als het even kan ga ik mee het veld in. We komen bij melkveehouders, boerderijzuivelbereiders waaronder de boerenkaasmakers, fabrieksmatige zuivelbereiders en exportlocaties.
We zijn als toezichthouder in de hele sector te vinden. Daar letten we vooral op hygiëne-aspecten maar ook kwaliteitsaspecten zijn onderdeel van de controle. Wat is bijvoorbeeld de kwaliteit van de rauwe melk? Boerenzuivel begint natuurlijk met de melk, die schoon en goed moet zijn. Dat is de basis voor een goed eindproduct. We hebben in Nederland hartstikke lekkere en goed bereide producten. Daar mogen we best trots op zijn!”