Ingrediënten
- ½ groentebouillonblokje
- 200 ml kokend water
- 100 g Oudeboerenkaas & wat extra om over de kaasbroodjes heen te strooien
- 30 g ongezouten roomboter
- 30 g tarwebloem
- 2 tl dijonmosterd
- 10 plakjes bladerdeeg
- 1 eidooier
- 1 eetlepel slagroom
Benodigdheden
- plastic bakje (ca. 22 x 10 cm)
- bakpapier
- bakkwastje
Rasp de boerenkaas. Los het halve bouillonblokje op in kokend water. Smelt de boter in een steelpan en als alles gesmolten is, voeg dan al roerende de bloem toe. Verwarm dit mengsel ongeveer drie minuten. Voeg de bouillon toe en roer tot alles is opgenomen. Voeg als laatste de boerenkaas en de mosterd al roerend toe totdat dit is opgenomen. De ragout voor in het kaasbroodje is gereed. Bekleed het plastic bakje met bakpapier en laat de ragout hierin afkoelen (minstens een uur in de koelkast).
Nadat de ragout is afgekoeld, verwarm de oven voor op 200 °C. Verspreid het bladerdeeg in plakjes over de bakplaat. Snijd deze één keer doormidden. Plaats op elk strookje een plakje ragout van 4 x 2,5 cm. Vouw daarna het bladerdeeg dubbel en druk alle randen met een vork goed aan. Klop de eidooier en de slagroom en bestrijk hiermee de bovenkant van de kaasbroodjes. Garneer het daarna met de overgebleven geraspte boerenkaas. Bak de broodjes in het midden van de oven in circa 25 minuten goudbruin en gaar. Serveer warm, lauw of op kamertemperatuur. De broodjes kunnen ook gemakkelijk ingevroren worden. Na ontdooien 7 minuten opwarmen in de oven op 200 °C.